Ik haatte mezelf

Mijn ouders kwamen al jaren naar de kerk toen ik werd geboren, zodoende kwam ik mee. Op een jonge leeftijd begon ik al snel veel punten te begrijpen. Maar ik was naïef en school was voor mij geen pretje. Vaak werd ik “dik”, “eng”, “raar” en zelfs “vreemd” genoemd. Dit alles maakte mij verdrietig. Ik begon te geloven dat ik dik was, wat ervoor zorgde dat ik niet meer wou eten.

Eind 2011, begin 2012 begon ik minder te eten, elke dag minder totdat ik in de zomer van 2012 bijna flauw viel in de kerk. Dit zorgde ervoor dat er heel erg veel op mij werd gelet, de vrouwen van de pastors, mijn ouders, echt iedereen lette op mij, wat voor frustraties zorgde. Zodoende werd ik het leven zat. Ik at wel meer, maar kreeg al snel veel nare gedachtes. Ik voelde mij minderwaardig, verdrietig, eenzaam en haatte mezelf en mijn moeder, omdat ik het gevoel kreeg dat niemand van mij hield. Door deze zelfhaat en complexen kreeg ik gedachtes die zeiden dat mijn leven tot een einde moest komen. Als mensen mij vroegen hoe het ging, zou ik telkens zeggen dat het heel goed ging, maar ik was in feite kapot. Mijn masker kon ik nooit afdoen omdat het moeilijk was om met mensen te praten en de schaamte en het verdriet dat ik voelde over wat er met mij gebeurde en was ondraaglijk. Ik liep met zelfmoord gedachtes rond en het kwam zelfs tot het punt dat ik het een keer probeerde. Gelukkig lukte het niet.

Maar omdat het niet lukte begon ik in mezelf te snijden. Wanneer het fout ging, zou ik op dat moment iets pakken om in mezelf te snijden. De pijn die ik van binnen voelde wou ik negeren door de pijn die ik van buiten voelde. Voor een lange tijd bleef ik dat doen. De eenzaamheid werd groter want ik had vrienden op school, maar wist dat ik niet over deze onderwerpen kon praten met ze. Het was alsof ik opgesloten was in een kooi. Zo ging het maandenlang verder totdat ik naar een dienst op woensdag ging. Ik vroeg God om met mij te praten en dat deed Hij. Wat Hij zei was heel duidelijk en ondanks dat het pijn deed heb ik alles losgelaten.
Diezelfde avond werd er gebeden voor de Heilige Geest en ik voelde mij zo opgelucht! Alle nare herinneringen en het verdriet over mijn verleden waren weg, letterlijk alles werd weggehaald. Mijn hart was niet meer vol van haat, complexen en verdriet, ik voelde mij eindelijk gelukkig.

Door middel van de JvO diensten heb ik beslissingen kunnen maken die mij verder hebben geholpen in mijn herstel, ondanks het feit dat ik niet elke keer aanwezig kon zijn. Zelfs het beetje dat ik ontving wanneer ik er was, was genoeg. Het maakt niet uit wat jouw leeftijd is, want in de vestiging waar ik zit ben ik de jongste maar daar kijken ze niet naar, in de JvO accepteren en waarderen ze mij en betrekken ze mij bij de leuke activiteiten.

Vandaag de dag lijd ik niet meer aan deze problemen en ben ik eindelijk vrij van alles waar ik aan leed. De verdriet en pijn werden “verruild” voor rust en blijdschap die ik door de Genade van God heb ontvangen. De maskers die ik nodig had om alles te verbergen zijn weg, net als de haat voor mijn moeder en mijzelf. Mijn leven is compleet veranderd.

Erica Mendes Semedo